Nederlands
Venezuela 2012: een reisverslag (deel 2 van 3)
- 01 October 2012
Sinds 1997 ga ik regelmatig naar Venezuela. Ik zag hoe het land veranderde. Ook dit jaar ging ik samen met mijn Venezolaanse vrouw weer voor enkele weken in augustus en september op familiebezoek. Ik praatte met heel wat mensen op verschillende plaatsen, nam deel aan volksbijeenkomsten, bezocht projecten van de regering.
Graag wil ik door middel van dit verhaal mijn ervaringen delen. Neutraal ben ik niet: ik ben Chavist (aanhanger van Chávez). Neutraliteit bestaat in mijn ogen ook niet: iedereen heeft wel een bepaalde persoonlijke opinie over een onderwerp. Ik ben wel objectief: ik zal u vertellen wat ik gehoord en gezien heb.
Dit is het tweede deel van het verslag. Het eerste deel vindt u hier:
http://www.handsoffvenezuela.org/venezuela_2012_een_reisverslag_deel_1_van_3.htm
De economie en voedselsoevereiniteit
Eén van de problemen van Venezuela is dat het land nog te veel goederen, waaronder voeding, moet importeren. Een negatieve handelsbalans (meer invoer dan uitvoer), evenals een industrie die vooral gebaseerd is op petroleum, veroorzaakt inflatie. We kunnen met plezier vaststellen dat ook hier vooruitgang geboekt wordt. Er wordt meer voeding op eigen bodem geproduceerd en de industrie wordt meer gediversifieerd. Bovendien zijn er grote investeringen in toerisme. Ook moet ik vermelden dat de privébedrijven zelf zo goed als niets investeerden in de industrie, en het is dus een enorme taak van de regering om deze (genationaliseerde) industrieën weer uit te bouwen. Een mooi voorbeeld is de familie van Capriles zelf, die een bioscoopketen heeft. Ze importeerden enkel films uit de VS en investeerden nooit in de Venezolaanse filmproductie.
Voor de constructie van de nieuwe wijken, die bovendien voor een enorme werkgelegenheid zorgen, zijn er veel bouwmaterialen nodig. Op vele plaatsen zie je dan ook staatsfabrieken die onder andere cement, asfalt , staal en bouwblokken produceren. Er is ook een genationaliseerde fabriek die ramen en deuren maakt.
Er zijn assemblagefabrieken voor de auto’s van het Chinese merk Chery, die aan een rechtvaardige prijs, en met een goedkope staatslening te verkrijgen zijn. Ze worden standaard met een LPG-installatie geleverd, want dat is milieuvriendelijker.
Het bedrijf Lácteos Los Andes, dat fruitsappen en melk produceert, werd genationaliseerd, en het geeft prioriteit aan grondstoffen van eigen bodem. We konden zelf vaststellen dat de producten van Los Andes tot 40% goedkoper zijn dan die van privéfirma’s en we proefden ze ook: prima kwaliteit.
In de staatswinkels (Mercal) is 80% van de producten al van binnenlandse oorsprong.
Overal in het land zie je ook gerecupereerde landbouwgrond waar in coöperatieven volop voedsel gekweekt wordt (Misión AgroVenezuela). De rijstproductie steeg met 9% ten opzichte van 2011, de zonnebloemproductie met 23%, de aardappelproductie met 21%. De productie van soja steeg met 512% ten opzichte van 1999. In het kader van Misión AgroVenezuela worden sinds kort ook eigen meststoffen geproduceerd. Venezuela kweekt nu ook zeer veel bloemen waardoor de prijs enorm daalde, en er is zelfs export naar onder andere Rusland. Maar toch blijven privéketens ook hier aan speculatie doen en verkopen ze de bloemen aan zeer hoge prijzen.
Privékanalen beweren dat Venezuela 80% van de voedingsmiddelen voor nationaal gebruik importeert. In werkelijkheid is dat slechts 19%, en dat werd met cijfers bewezen.
Men is zelf ook luiers gaan produceren, die toch een groot deel van het budget van de jonge ouders opslorpen. Deze luiers zijn ook 40% goedkoper dan die van de bekende merken en zijn kwalitatief vergelijkbaar. We weten het van onze familieleden, die jonge kinderen hebben. Dezelfde firma (Empresa Estatal Socialista de Pañales) produceert ook hygiënische producten, die allemaal aan een prijscontrole onderworpen zijn (Ley de Costos y Precios Justos). Op zowat alle basisproducten (en dat is een zeer breed gamma) bestaat er in Venezuela een wettelijke maximumprijs.
De inflatiegetallen gaan ook weer de goede richting uit. De inflatie voor de maand augustus 2012 was 1,1%, terwijl die voor augustus 2011 nog 2,2% was. De totale inflatie voor de maanden januari-augustus 2012 was 9,8%, terwijl dat voor dezelfde periode in 2011 nog 18,6% was. We mogen daarbij niet vergeten dat tijdens de 4de Republiek de inflatie veel hoger was. Voor 1996 was die op jaarbasis meer dan 100%. Ook hier beging een oppositiekrant weer een blunder. Ze schreven dat de inflatie voor augustus 2012 met 1,1% gestegen was. Dat is dus totaal fout: de inflatie voor die periode was zelfs met 50% gedaald ten opzichte van augustus 2011. (2,2% -> 1,1%).
De economische groei was 5,8% in het eerste trimester van 2012 en 5,4% in het tweede, en ook de voorspellingen zijn goed. Venezuela klimt stilaan uit het “dal”, hoewel er niet echt een dal geweest is. Wel wat cijfers betreft, minder economische groei, hogere inflatie. Maar de mensen hebben dat zo goed als niet gevoeld. Ze hebben me dat zelf gezegd. De lonen bleven stijgen, er werd werkgelegenheid gecreëerd en men is niet beginnen bezuinigen op de kap van de gewone man en vrouw. Integendeel: de pensioenleeftijd daalde en de sociale investeringen en uitgaven stegen. Met het gevolg dat de economie nu groeit. Dat is ook logisch: elke weldenkende econoom zal dat beamen: koopkracht is de motor van de economie. Wat een verschil met Europa! Wat een verschil tussen het socialisme en het neoliberaal kapitalisme!
De stem van het volk
In een socialistisch land moet er een participatieve democratie bestaan, met het volk in een leidende rol. In Venezuela is dat ook het geval.
Zo bezocht ik in Tucacas een woonwijk met appartementen waar de bewoners in opstand gekomen waren tegen de veel te hoge huurprijzen die de eigenaar van de wijk oplegde. Bovendien werden er nooit onderhoudswerken uitgevoerd. Op een gegeven moment werden de bewoners het beu, ze gingen samen rond de tafel zitten en beslisten hulp te vragen bij de regering. Na grondig onderzoek kwam men tot het besluit dat de huurprijzen inderdaad veel te hoog waren, dat er geen rekening gehouden was met de wettelijke bepalingen en dat er geen onderhoud geweest was. Er werd dan berekend hoeveel de bewoners te veel betaald hadden. De eigenaar werd onteigend, met het teveel gevraagde huurgeld als compensatie, en het verschil werd bijgepast door de regering. De bewoners van de appartementen werden officieel eigenaar en het teveel betaalde huurgeld gold als aanbetaling. De rest kon afbetaald worden via een goedkope hypotheek bij de staat. Velen moesten zelfs niets extra betalen omdat ze in het verleden al meer dan voldoende afbetaald hadden door de te hoge huurprijs, en kregen een compensatie van de staat. Een mooi voorbeeld van hoe een volk, met hulp van de staat, zijn rechten kan afdwingen als het zich verenigt tegen de uitbuiting door kapitaalkrachtige privé-eigenaars.
In Acarigua bezocht ik de splinternieuwe woonwijk “Ezequiel Zamora” (zie foto's onder deze paragraaf). De mensen daar woonden al jaren in totaal versleten huisjes. Op een gegeven moment verenigden ze zich en beslisten er zelf iets aan te doen. Ze stelden een plan op, contacteerden de regering en hun project werd goedgekeurd. Met staatssubsidies en arbeiders uit de eigen wijk (en omliggende wijken) stampten ze het wooncomplex uit de grond. Er moet hier ook vermeld worden dat niet alle vakbonden, ook niet in Venezuela, de rechten van het volk verdedigen. De vakbond “Sibtracmap” eiste dat de bouw zou gebeuren in samenwerking met de bij hen aangesloten arbeiders. In werkelijkheid verdedigden ze natuurlijk niet de rechten van de leden, maar de patroons van de privéfirma voor wie ze werken, die er financiële winst in zagen. Het kwam zelfs zo ver dat de woordvoerders van de woonwijk fysiek bedreigd werden door de vakbondsafgevaardigden. Maar de buurtbewoners zetten moedig door, en bleven erbij dat de eigen arbeiders de klus perfect konden klaren. En dat gebeurde ook, de vakbond trok aan het kortste eind. Een overwinning van het volk! De mensen zijn nu zeer trots, ze hebben een volledig nieuwe eigen woning, en zijn door de inzet van de arbeiders uit de eigen wijk meteen eigenaar geworden, zonder verdere afbetalingen. Natuurlijk stemmen ze op 7 oktober voor Chávez.
In de wijk waar mijn schoonmoeder woont, zag ik ook voor het eerst dat de volksbewegingen de huizen bezochten om de mensen te overtuigen om een petitie te tekenen. Die ging over een oplossing voor de problemen met de watervoorziening (die al lang aanslepen) en de vraag voor een extra halte van de lijntaxi’s. Enkele dagen later kwamen ze opnieuw langs om de mensen uit te nodigen voor een volksvergadering. Daar ging men afspraken maken om de wijk een opknapbeurt te geven. Goed zo: initiatief nemen, gebruik maken van de democratische rechten op inspraak, die er nu onder Chávez wel degelijk zijn. Ik vertelde die mensen hoe gelukkig ze me maakten, dat ik na zoveel jaren eindelijk echt motivatie en initiatief zag. Ze antwoordden: “We zijn nu veel bewuster, we beseffen dat we de Revolutie moeten verdedigen, dat we moeten meebouwen aan een beter Venezuela”. Ik feliciteerde hen, wenste hen veel succes en sliep bijzonder goed die nacht.
In Araure had ik de eer een volksvergadering bij te wonen. De mensen in de wijken nemen zelf het initiatief om in de buurtlokalen (centros comunales) of bij iemand thuis bijeenkomsten te organiseren. Er wordt dan gepraat over de Revolutie. In dit geval werden de programmapunten van Chávez besproken, en er werd uitleg bij gegeven. Zeer leerrijk. Men heeft het ook over de problemen die er binnen de Revolutie nog zijn, zoals de corruptie. Men is daar niet blind voor. Chávez zelf had trouwens opgeroepen tot zelfkritiek. Men beseft dat constructieve zelfkritiek het begin van de oplossing moet zijn. Ook de gevaren voor de Revolutie kwamen aan bod, de infiltratie van de 5de colonne, het probleem van de bureaucratie, maar ook de externe gevaren: de imperialistische bemoeizucht en de militaire dreigingen. Er is een uitgebreid bewustwordingsproces aan de gang, niet enkel op deze vergaderingen, maar overal. Het volk begint meer en meer te snappen dat de Revolutie niet kan slagen zonder de eigen actieve participatie en is, indien nodig, bereid de Revolutie met alle middelen te verdedigen. Ze beseffen ook zeer goed dat Capriles helemaal niet “progressief” is, zoals hij zelf beweert, en dat hij een gevaar vormt voor de Venezolaanse democratie. “Mochten de imperialisten en de oppositie een plan B hebben, dan hebben wij plan C”, is een uitspraak die je overal hoort. Een enorme vooruitgang! En het is niet denkbeeldig dat de rijke elite, gesteund door de westerse imperialisten, al aan een plan B werkt. Want ze weten dat plan A (op een democratische manier de verkiezingen winnen) niet zal werken.
Op die volksbijeenkomsten kom je een allegaartje van mensen tegen, uit diverse socialistische strekkingen: marxisten, "cheguevaristen", trotskisten, en gewoon socialisten die zichzelf geen stempel op willen plakken. Dat is in mijn ogen ook niet nodig. Ze gaan allemaal voor hetzelfde socialistische doel, weten welke ellende het kapitalisme en het neoliberalisme veroorzaken (Spanje en Griekenland worden vaak aangehaald in de discussies). Ook uit eigen ervaring, gedurende de 4de Republiek, weten ze dat kapitalisme op uitbuiting gebaseerd is en dat het socialisme de enige weg is. Ze kennen ook de gevaren van de sociaaldemocratie, van het reformisme, waarbij veel te veel toegevingen gedaan worden aan de bourgeois, met alle gevaren van dien. We moeten volgens mij dan ook oppassen dat we deze mensen niet te veel opzadelen met verschillende socialistische ideeën, uit verschillende strekkingen in een poging hen een bepaalde richting uit te duwen. Socialistische basisvorming is daarentegen wel zeer nuttig en zelfs noodzakelijk. Het Venezolaans volk zal zelf zijn weg kiezen, en dat zal een uitgesproken socialistische weg zijn.
De contrarevolutionairen en de bureaucratie
De overgrote meerderheid van het Venezolaans volk staat achter Chávez. Ze weten dat hij integer is, en dat zijn weg de enige weg naar een betere toekomst is, naar een Venezuela van gelijkheid, inspraak en deelname.
Op lokaal vlak zijn er echter nog grote problemen, en ook Chávez zei dat zelf. Er is een grote infiltratie van contrarevolutionairen op regionaal vlak, die zich vaak vermommen als Chavisten, als leden van de PSUV (PSUV = de verenigde socialistische partij van Venezuela). De bureaucratie zorgt ervoor dat in de deelstaten en gemeenten de investeringen van de regering niet doorstromen naar hun bestemming. Er verdwijnt veel geld in de zakken van het profitariaat, van de 5de colonne. Vaak moeten steekpenningen betaald worden om iets gedaan te krijgen. De democratische rechten worden geschonden.
Mijn kameraad Humberto is overtuigd Chavist, maar ook slachtoffer van de plaatselijke corruptie. In december zijn er in Venezuela gouverneursverkiezingen, in de deelstaten. En Humberto twijfelt of hij wel op de plaatselijke PSUV zal stemmen. En Humberto is niet de enige. Dit is natuurlijk een zeer ernstige zaak en een groot gevaar voor de toekomst van de Revolutie.
Chávez neemt wel maatregelen en heeft zelf het volk al opgeroepen om misbruiken te melden. Maar een misbruik melden is niet zonder gevaren: de contrarevolutionairen zijn gewelddadig. Er werd dan ook een anonieme telefoonlijn in het leven geroepen, waar misbruiken gemeld kunnen worden. Dagelijks wordt dit op de staatszender vermeld. Het is een soort kliklijn, maar wel een kliklijn waar ik volledig achter sta.
Toch moet het volk misbruiken melden, met enige voorzichtigheid weliswaar, en de overtreders moeten met harde hand gestraft worden. Het is een probleem dat dringend opgelost moet worden, maar eenvoudig is het niet: de infiltranten of profiteurs zijn zowat overal aanwezig: in de plaatselijke besturen, de openbare diensten, de coöperatieven, de volksbewegingen, de fabrieken, de arbeiders- en boerenbewegingen, de vakbonden en ook in sommige politiediensten. Zo heeft de gerechtelijke politie (PTJ) er een zeer slechte naam: iedereen weet dat er samenwerking bestaat met de criminele drugsbendes.
Toch zien we het niet zo pessimistisch in: de motivatie en inzet van het volk blijven stijgen, en met behulp van streng optreden en controles door de regering, moet ook dit probleem op te lossen zijn.
Is het leven duur in Venezuela?
Eén van de favoriete bezigheden van de escuálidos is het gezeur over de kostprijs van het leven. Maar is het leven wel zo duur in Venezuela? Toegegeven: voeding is niet goedkoop. We gingen verscheiden keren winkelen en vooral de privé warenhuizen zijn duur (hoewel zij zich ook aan de maximumprijzen voor basisproducten moeten houden). Er zijn ook verschillende winkelketens van de staat: Mercal, PDVAL, Abasto Bicentenario. Deze zijn veel minder duur. Maar in vergelijking met de prijzen in België en rekening houdend met het maandloon van een Venezolaan zijn ze zeker niet goedkoop. Maar het hangt er ook een beetje van af waar je je inkopen doet. Veel tegenstanders van Chávez verrekken het om hun inkopen in de staatswinkels te doen. Ze worden liever bedot door de privé, en betalen dus veel meer. Anderen zijn zo hypocriet dat ze alle projecten van Chávez bekritiseren, maar toch in de staatswinkels gaan kopen. Overal zie je het verschil, zelfs in de hamburgertentjes. We zagen een verkoper, met rode pet, die “hamburguesa socialista” adverteerde. Kostprijs: 15 Bvs (2,7 Euro), frisdrank inclusief. Honderd meter verder stond een ander hamburgerkraampje: kostprijs 35 Bvs (6,2 Euro), meer dan het dubbele voor hetzelfde product. We probeerden beide kraampjes, en ik vond de “socialistische” hamburger zelfs lekkerder, maar dat kan ook aan de naam gelegen hebben ;-) Escuálidos betalen liever meer dan het dubbele, want een “socialistische” hamburger eten wordt als een doodzonde beschouwd. Hetzelfde geldt voor arepas (typisch vers bereid Venezolaans maïsbroodje met vulling). Die kosten in de kraampjes van de staat 7,5 Bvs (1,3 Euro) terwijl je op ander plaatsen soms tot het vijfdubbele moet betalen. Als al de criticasters nu eens begonnen met hun aankopen in de staatbedrijven te doen, dan hadden ze al een reden minder om te klagen.
Het minimum maandloon in Venezuela is het hoogste van Latijns-Amerika en bedraagt 2047 Bvs (365 Euro). Daarbovenop wordt nog eens voor minimum 1200 Bvs (214 Euro) maandelijks aan maaltijdcheques uitbetaald.
Wat de escuálidos niet doen, is het totaalpakket bekijken. Wat ze vergeten is het feit dat onderwijs en medische zorgen gratis zijn. Venezuela staat zelfs op de vijfde plaats in de wereld wat betreft toegankelijkheid tot de universiteit. Ze vergeten dat een volle tank benzine ongeveer 1 Euro kost. Dat men via een hypotheek van de staat een nieuw huis kan kopen. Men betaalt dan gedurende 20 jaar ongeveer 150 Bvs (27 Euro) per maand af. Men kan ook kiezen voor een gemeubeld huis, ook met elektrische apparaten (project: Mi Casa Bien Equipada) zoals koelkast, wasmachine, microgolfoven, kookfornuis, TV, DVD, airco, … en dan betaalt men de eerste 2 jaar ongeveer 50 à 80 Bvs (9 à 14 Euro) meer per maand. De kostprijs van de elektrische toestellen is dankzij de staatssubsidie ongeveer de helft van de normale prijs. De huizen bieden voldoende ruimte, hebben 2 badkamers, 3 slaapkamers, een keuken en woonkamer. Energie kost er zo goed als niets. We zagen een maandelijkse elektriciteitsfactuur van een gemiddelde familie: 40 Bvs (7 Euro). Een gasfles (waar men 2 weken mee toekomt) kost er 3,7 Bvs (0,7 Euro). Maak gerust even de vergelijking met wat we in België betalen aan huur, energie, gezondheidszorg, onderwijs en privévervoer.
We praatten met verschillende mensen over hun loon, en we hoorden nergens klagen. Iedereen komt rond en men kan zich zelfs extraatjes veroorloven. En ze zijn het allemaal eens: het leven is, ondanks sommige andere problemen, goed in Venezuela en ze komen niets tekort.
Is het leven duur in Venezuela? Neen! Het leven is er eerder goedkoop.
Derde en laatste deel van dit verslag spoedig op deze site...