Nederlands
Is Maduro een dictator?
- 28 November 2013
Volgens Annelien De Greef van De Standaard alvast wel. Zie haar artikel: “Dictator voor een jaar”[i].
Laat ons eerst even het democratisch gehalte van Venezuela uit de doeken doen.
Venezuela en democratie
De laatste “officiële” Venezolaanse dictator, Marcos Pérez Jiménez, kwam ten val in 1958. De twee grootste politieke partijen van het land (AD en COPEI) kwamen overeen dat ze de politieke posten en de controle over de staat onder elkaar zouden verdelen, wat ook de uitkomst van de verkiezingen zou zijn. Dit pact kreeg de naam “Punto Fijo”. Het maakte het voor de oppositiepartijen onmogelijk om een kandidaat naar voor te schuiven tegen AD en COPEI. Oppositiepartijen werden gemarginaliseerd en in sommige gevallen zelfs verboden. Deze situatie duurde tot 1998. De periode wordt ook de Vierde Republiek genoemd.
Tijdens de verkiezingen werden de stemmen uitgebracht op papier. De resultaten werden manueel opgeteld, onder de leiding en toeziend oog van afgevaardigden van enkel AD en COPEI, wat de deur open liet voor grootschalige manipulatie en fraude. Stembureaus waren vooral te vinden in de buurten waar de rijken of de middenklasse woonden, en zo goed als niet op het platteland. Bovendien waren vele armere Venezolanen uitgesloten van de verkiezingen omdat ze geen geldige identiteitskaart hadden.
De neoliberale hervormingen en privatiseringen van de heersende partijen zorgden voor enorme inflatie en een stijgende armoede. De situatie explodeerde toen in 1989, na een nieuwe prijsstijging in het openbaar vervoer, het getormenteerde volk met duizenden op straat kwam om te protesteren (Caracaso). Ze werden met honderden afgeslacht en er waren duizenden gewonden, koelbloedig neergekogeld door het staatsapparaat onder leiding van president Carlos Andrés Pérez.
In het kort: de lagere klasse, de overgrote meerderheid van de bevolking, had geen stem en werd onderdrukt in ware dictatuurstijl.
In 1998 werd Hugo Chávez Frías verkozen tot president met 57% van de stemmen, de beste score voor een president in veertig jaar tijd. De Vijfde Republiek werd gesticht, het pact van Punto Fijo geannuleerd en er werd een splinternieuwe grondwet geschreven met inspraak van het volk. Deze grondwet legde de nadruk op een overgang naar een participatieve democratie, met het volk in een hoofdrol, en geen representatieve democratie, zoals die o.a. in België bestaat, waar eens om de zoveel jaren een “vertegenwoordiger van het volk” verkozen wordt – niet op een rechtstreekse manier trouwens, de partijen beslissen zelf wie dat wordt – en dan de democratische inspraak weer verdwijnt voor een aantal jaren.
De nieuwe grondwet herdefinieerde het politieke systeem van het land door de nadruk te legen op economische, sociale en culturele rechten in een democratische maatschappij en sociale rechtvaardigheid werd een grondwettelijk recht. En wat daarmee bedoeld werd, was al duidelijk bij de opstelling van deze grondwet: alle sectoren van de gemeenschap namen er aan deel: huisvrouwen, groepen ter verdediging van de rechten van de vrouw, professionelen, inheemse volkeren, arbeidersbewegingen…
Er werden identiteitskaarten uitgereikt aan mensen die er geen hadden: inheemse volkeren, mensen van het platteland, immigranten… Miljoenen Venezolanen maakten nu ook deel uit van de maatschappij en kregen alle rechten, die ze eerder niet hadden, ook kiesrecht. Er kwam een onafhankelijk verkiezingscomité, er kwam een transparant en fraudebestendig elektronisch kiessysteem. Jimmy Carter (ex VS-president) noemde het Venezolaanse kiessysteem in 2012 nog het “beste ter wereld”.[ii] De grondwet zegt ook dat de verkozenen voor de helft vrouwen moeten zijn.
Van de zestien verkiezingen (ook lokaal, regionaal en referenda) die er tussen 1998 en 2013 waren, wonnen Chávez en de chavisten er vijftien met absolute meerderheid. Ook Maduro kreeg de voorkeur van het volk in april 2013. In 2009, na een referendum, zei zelfs president Sarkozy dat: “de hoge opkomst opnieuw een teken was van de vitaliteit van de democratie in Venezuela” .[iii]
In Venezuela heeft men ruimtes gecreëerd waar het volk actief kan deelnemen aan het democratisch proces. Zo zijn er de gemeenschapsraden, die politieke en financiële macht hebben. De leden van deze raden worden democratisch en rechtstreeks verkozen door de gemeenschap van enkele honderden families. Belangrijk hierbij is dat de leden ook democratisch afzetbaar zijn, evenals de president van het land, trouwens. Ze nemen beslissingen over de ontwikkeling in hun buurt: de infrastructuur, het bouwen van recreatieparken, aanleg en onderhoud van wegen, sportcentra, medische centra, riolering, waterbevoorrading… Ze hebben toegang tot hun eigen media-kanalen zoals lokale radio, tv en kranten, waardoor hun democratisch recht op verspreiden van informatie via de media verzekerd is. Ze ontvangen fondsen van de staat, van de gemeentebesturen, van giften en financieren ook vaak zichzelf. Ondertussen zijn er 44.000 geregistreerde gemeenschapsraden in Venezuela. De raden zijn op zich dan weer verenigd in communes, waarvan er op dit ogenblik zo’n 700 geregistreerd zijn.
Er werd een Polo Patriotico opgericht, die 35.000 sociale bewegingen, gemeenschapsorganisaties en politieke partijen verenigt. De Polo Patriotico neemt actief deel aan de politiek en heeft rechtstreekse inspraak.
Naast de verzekerde politieke deelname zijn er ook wetten die er voor zorgen dat alle burgerlijke rechten en vrijheden gevrijwaard worden. Gelijkheid en non-discriminatie zijn gegarandeerd. Vrouwen en de inheemse volkeren worden op gelijke wijze behandeld in alle niveaus van de maatschappij. Venezuela heeft de laagste sociale ongelijkheidsindex van Latijns-Amerika volgens een rapport uit 2011 van de Verenigde Naties (ECLAC).[iv]
Ondanks de constante aanvallen van de lokale oppositiemedia en de internationale pers is persvrijheid in Venezuela gegarandeerd. Meer dan 70% van de media is nog steeds in private handen, zowel tv, radio als kranten, en allemaal vallen ze voortdurend en furieus de regering aan. Ze schuwen daarbij de leugens niet, manipulatie van foto’s en feiten, halve waarheden. Ook in België zondigen zowat alle kranten en andere media ertegen, vooral als het over Venezuela gaat. Er werd nog nooit een media-kanaal gesloten om politieke redenen, of vanwege contrarevolutionaire standpunten. Er werd nog nooit een journalist gestraft of gevangengezet omdat hij zijn werk deed.
Ook het recht op vrije meningsuiting is gegarandeerd. Oppositiecampagnes en -acties kunnen gewoon plaatsvinden. Vaak gingen deze al gepaard met geweld. Na de verkiezingen van april 2013 werden er zelfs linkse politieke activisten op straat vermoord. Er werden lokalen van de socialistische partij (PSUV) en ziekenhuizen van de staat in brand gestoken. Nooit echter was er sprake van al dan niet gewelddadige repressie door de politie of het leger.
De sociale rechten zijn gegarandeerd in Venezuela. Sociale missies zorgen ervoor dat de democratische rechten gegarandeerd zijn: toegang tot gezondheidszorg, onderwijs en werk. In Venezuela werd het analfabetisme uitgeroeid, heeft iedereen gratis toegang tot gelijk welk niveau van onderwijs en gratis toegang tot medische zorgen.
De Venezolaanse economie wordt aangewend om de rijkdom te herverdelen, de sociale projecten te financieren en sociale gelijkheid te garanderen. De groei van coöperatieven wordt aangemoedigd om bij te dragen tot de nationale productie van een grote verscheidenheid aan goederen. Verschillende bedrijven en gronden werden genationaliseerd, onteigend of onder arbeiderscontrole geplaatst om de uitbuiting vanwege de heersende klasse en de grootgrondbezitters een halt toe te roepen, voor een democratische deelname van het volk aan het productieproces.
Ondertussen bleek ook uit een Chileens onderzoek van dit jaar dat de Venezolanen de grootste aanhangers zijn van de democratie in Latijns-Amerika. Hun steun aan de democratie steeg ook het hoogst sinds de studies van start gingen in 1995. De Venezolanen zijn ook meer dan gemiddeld tevreden over de werking van de democratie in hun land. Venezuela is ook het land met het hoogste politieke engagement in Latijns-Amerika. Het rapport concludeert dat er een grote controverse is tussen wat de Venezolanen ervaren en wat de internationale gemeenschap zegt over het democratisch gehalte van het land.[v]
Chávez schreef voor zijn dood, met inspraak van de Polo Patriotico en de volks- en arbeidersbewegingen, het beleidsprogramma voor de komende zes jaar. Dit programma is een verdere uitdiepingen van het socialisme en van de democratische rechten die al in de grondwet stonden. Spijtig zal hij het zelf niet meer kunnen uitvoeren, maar Maduro werd verkozen en volgt het programma van Chávez op.
Een antwoord aan Annelien De Greef
Maar ja, volgens De Greef is Maduro een dictator en leerde hij zijn ”politieke kunstjes” van zijn voorganger Hugo Chávez. Ook hij werd door de westerse pers vaak een dictator genoemd. En nog vaker wanneer er weer eens verkiezingen aan zaten te komen. Want dat is het moment waarop de contrarevolutionaire pers de aanvallen intensifieert. Zoals hierboven beschreven hadden deze “kwaliteitsjournalisten” van de “betere kranten” geen poot om op te staan, en ook nu niet.
Maduro is nu een dictator omdat hij per decreet regeert. Ook Chávez was dat, toen hij dat deed. De “Latijns-Amerika kenners” van onze plaatselijke roddelbladen vergeten dan wel even dat tijdens de Vierde Republiek het per decreet regeren schering en inslag was in Venezuela. Ze pennen het neer alsof het een alleenrecht is van chavistische “dictators”.
Het per decreet regeren is echter een vrij normale maatregel in democratieën om in uitzonderlijke situaties dringende problemen op een snelle manier het hoofd te bieden. Via een machtigingswet wordt vermeden dat hoogdringende maatregelen onnodig vertraging oplopen in de bureaucratische molen. Bovendien werd de machtigingswet op een democratische manier en op wettelijke basis met drie vijfde van de stemmen in het parlement goedgekeurd. En men gaat daarbij niet over één nacht ijs: eerst moet een voorstel geformuleerd worden, dan komt er een eerste plenaire discussie, dan een revisie door een speciaal comité, dan een tweede plenaire discussie en tot slot komt er dan de eventuele goedkeuring.
De extra bevoegdheden die Maduro krijgt, beperken zich trouwens tot het gebied waarvoor ze toegekend werden: het bestrijden van corruptie en het beschermen van de economie. Het parlement wordt ook niet buitenspel gezet, zoals De Greef meent te weten. Het parlement kan gewoon zijn werk blijven doen op alle vlakken, wetten blijven maken en het kan zelfs de machtigingswet herroepen. Alle wetten die per decreet uitgeschreven worden kunnen ook door het volk herroepen worden via een referendum[vi].
Het was ook duidelijk dat het volk de goedkeuring van de machtigingswet steunde. Met duizenden kwamen ze op straat om dat te vieren, en ze stapten naar het presidentieel paleis om Maduro te feliciteren (zie Figuur 1).
Zelfs de Minister van Buitenlandse zaken van Nederland – normaal een land dat toch niet zo bevriend is met Venezuela – deed hierover volgende uitspraak: “De Venezolaanse grondwet kent de mogelijkheid om de president de bevoegdheid te geven per decreet te regeren, van die mogelijkheid is gebruik gemaakt. Je kunt dus niet spreken van een staatsgreep”[vii].
Ook in anderen landen werd al per decreet geregeerd. In België bijvoorbeeld regeerde Wilfried Martens in de jaren tachtig van de vorige eeuw per decreet, en wel om exact dezelfde redenen: het te lijf gaan van de economische crisis.
Als De Greef zegt dat er economische problemen zijn, dan klopt dat wel, hoewel ze niet echt weet om te gaan met cijfers, ze schrijft: “De inflatie stijgt momenteel met 50 procent“. De prijzen zijn gestegen. De inflatie zelf is niet gestegen met (ongeveer) 50% maar is een getal dat de procentuele prijsstijging in een bepaalde tijdspanne weergeeft. Maar goed, wiskunde en economie zijn waarschijnlijk niet haar specialiteit (Venezuela-journalistiek ook niet, trouwens). Volgens haar is dat te wijten aan “jarenlang wanbeleid”, zonder verdere uitleg. Van een onderzoeksjournaliste kan men toch wat meer duiding verwachten in plaats van holle frasen.
Maar de toestand is toch wel ernstig. De geaccumuleerde inflatie tussen januari en oktober staat al op 54%, en op jaarbasis op 74%. De schaarsheidsindex staat op een historisch recordpeil van 22%.
Waarom zijn deze cijfers zo hoog? De inflatie, het achterhouden van goederen, de te hoge prijzen, speculatie, kapitaalvlucht, corruptie, stopzetting van investeringen en andere plagen die de arbeiders en het volk treffen kennen hun oorsprong in het systeem dat door de oppositie verdedigd wordt: het neoliberalisme.
De overgrote meerderheid van de ondernemers produceert niet om te voldoen aan de behoeften van de samenleving, maar om winst te maken. Als ze een grotere winst kunnen maken door goederen te importen met dollars aangekocht aan de officiële koers bij de staat (CADIVI), om daarna de goederen te verkopen aan de veel duurdere parallelle wisselkoers, zullen ze dat doen. Als ze met goedkope dollars containers vol schroot kunnen importeren, terwijl ze de dollars op de parallelle markt verkopen, zullen ze dat ook doen.
Dit is onderdeel van de normale werking van het systeem dat winstbejag nastreeft. De aard van de ondernemers drijft hen ertoe een grotere meerwaarde dan nodig te genereren. Daarom kunnen ze onder geen enkele voorwaarde een regelgeving toestaan op hun winsten, op de hoogte van de meerwaarde, op import, of op wat dan ook.
Een van de onderdelen van de economische oorlog is daarom de weerstand van de ondernemers tegen prijscontrole en tegen controle op de valuta.
Een ander onderdeel is opzettelijke, politiek gemotiveerde sabotage. Men haalt op een georganiseerde manier producten van de markt opdat de economie in elkaar zou storten en geeft de regering de schuld voor de problemen. Het is exact dezelfde tactiek als degene die door de imperialisten gebruikt werd tijdens de regering van Allende in Chili in 1971-73, ter voorbereiding van de staatsgreep van Pinochet. Nixon had de opdracht gegeven de “economie te laten schreeuwen”.
Een derde onderdeel is de weigering tot investeren. De ondernemers voelen dat hun investeringen niet veilig zijn omwille van het bestaan van de Bolivariaanse revolutie, die de arbeiders vertrouwen in hun eigen kracht heeft gegeven. Een ondernemer zal niet investeren in een fabriek, of deze uitbreiden, als de kans bestaat dat de arbeiders, gesterkt door de regering, een socialistische raad zullen opzetten ter verbetering van de werkomstandigheden of ter verhoging van de lonen, of de onteigening van het bedrijf zullen eisen.
De economische oorlog is een open veldslag tussen de arbeiders, het volk, dat met duidelijke meerderheid al verschillende keren hun steun aan de Bolivariaanse revolutie betuigde; en de oligarchie, een minderheid van parasitaire kapitalisten, grootgrondbezitters, bankiers en speculanten, die sterke banden hebben met de imperialisten.
En dát, mevrouw De Greef zijn de oorzaken van de economische problemen.
De Greef nuanceert ook weer helemaal niet wanneer ze schrijft dat de Venezolaanse economie een “puinhoop” is. Toegegeven, de situatie is ernstig, maar ondanks alles blijft het BBP per capita stijgen en zien de voorspellingen er goed uit. (Zie Figuur 2)Naast de ongenuanceerde “vaststellingen”, halve waarheden en insinuaties bevat het artikel ook nog een regelrechte en obligatoire leugen.
Zo schrijft De Greef: “De afgelopen weken bestormden Venezolanen winkels om er met koelkasten en televisies aan de haal te gaan, soms letterlijk voor geen geld. Het plunderen gebeurde onder het goedkeurend oog van mannen in groene uniformen”. Natuurlijk waren de mensen er als de kippen bij om de producten eindelijk tegen normale en rechtvaardige prijzen te kopen, maar er werd enkel bericht over plundering in één winkel in Valencia, en dat gebeurde niet onder toeziend oog van het leger. De plunderaars werden trouwens gearresteerd[ix].
En waarom contacteert De Greef enkel de hoofdredacteur van een oppositiekrant? Het zou niet meer dan eerlijk zijn om ook iemand uit de Bolivariaanse bewegingen om zijn oordeel te vragen.
Ook gebruikt De Greef de gekende reactionaire tactiek van verdeel en heers. Ze beweert dat Maduro wel eens tegenwind zou kunnen krijgen van Diosdado Cabello, want “door het parlement grotendeels buitenspel te zetten, doet hij ook hetzelfde met de voorzitter van het halfrond, Diosdado Cabello. Dat is een van zijn belangrijkste rivalen”. En dat terwijl Cabello mee ijverde om de machtigingswet goed te keuren en hem met vol enthousiasme overhandigde aan Maduro. Bekijk vooral de video op YouTube.[x]
Neen, mevrouw De Greef, de grootste bekommernis van Maduro is niet het verlies van de steun in eigen rangen. Zijn vijanden zijn de veelal gewelddadige opposanten in binnen- en buitenland, diegenen die het Venezolaanse volk opnieuw onderdrukt willen zien uit eigenbelang. En misschien beseft De Greef het niet, maar ze is zelf een van die vijanden.
Dit artikel richt nu de pijlen op De Greef, maar zowat de hele Belgische pers heeft boter op het hoofd. Waarom? Het is nog steeds niet helemaal duidelijk. Is het onwetendheid? Gebrek aan personeel om de zaken ten gronde uit te zoeken waardoor de verhaaltjes van de internationale persagentschappen klakkeloos overgenomen worden? Of is het echt een kwaadaardige campagne van rechtse stromingen om het linkse beleid van Venezuela af te kraken, gebruik makend van dubieuze technieken? Zou De Greef het antwoord kennen?
Mevrouw De Greef ontving hier en daar al wat journalistieke prijzen, misschien terecht. Maar in verband met Venezuela kan ze zich in de toekomst toch beter beperken tot het schrijven van reisverhaaltjes. “Handen af van Venezuela!” mevrouw De Greef.