Nederlands
Tweede bijeenkomst van bezette bedrijven in Latijns-Amerika: “Onze solidariteit is permanent”
- 13 July 2009
De tweede Latijns-Amerikaanse bijeenkomst van 'door arbeiders overgenomen bedrijven' bracht eind juni tweehonderd mensen bijeen in de hoofdstad van Venezuela, Caracas. Vertegenwoordigers uit Paraguay, Bolivia, Mexico, Argentinië, Brazilië, Venezuela, Turkije, Irak en Canada debatteerden er van 25 tot 27 juni.
Leidinggevende vakbondsmensen van Mitsubishi, Vivex, Inveval, het recent genationaliseerde bedrijf La Gaviota, Cabelum uit de deelstaat Guyana, het Gezondheidsfront uit Lara, de vakbonden van Cemex en veel andere vakbonden en bezette bedrijven uit Venezuela waren present. Verschillende nationale leiders van de Central Obrera Boliviana (de overkoepelende nationale vakbond), uit het departement van Oruro en van de mijnwerkersvakbond (de FSMB) hadden zich laten verontschuldigen.
De vergadering werd officieel om 14 uur geopend op 25 juni. Na een paar inleidende opmerkingen stelde Serge Goulart (nationale coördinator van de Beweging van Bezette Bedrijven in Brazilië) de eerste spreker voor. Eduardo Samán, de Venezolaanse minister voor Handel, benadrukte dat de revolutie moest verdiept worden in Venezuela. Het wereldkapitalisme is in crisis en "we kunnen niet verwachten dat het systeem vanzelf ineen stort". Hiervoor riep hij de arbeidersklasse op zich te organiseren om de revolutie te verdiepen. Hij eindigde met het onderstrepen van het grote belang van deze bijeenkomst om het collectieve geheugen van de klassenstrijd te versterken. De minister kreeg nadien een exemplaar in de handen gestoken van het boek van Pablo Cormenzana De Strijd voor Inveval, over de strijd voor arbeiderscontrole in Venezuela. Pablo is ook militant van de IMT in Venezuela. De minister kreeg dan van de coördinator van de bezette bedrijven in Paraguay César Gonzáles ook een kopij van een film over de strijd van Cerámica Itauguá, dat werd overgenomen door het personeel.
Lalo Paret van de Nationale Beweging van Bezette Bedrijven in Argentinië nam eveneens het woord. Hij behandelde het belang van een onderscheid tussen coöperatieven en de nationalisatie van bedrijven onder arbeiderscontrole. Coöperatieven stellen het kapitalisme niet in vraag. Indien werknemers een zaak beheren volgens het model van een coöperatieve, zullen ze vroeg of laat verplicht zijn aan te sluiten bij de competitieve logica van het kapitalisme. Nationalisatie onder arbeiderscontrole zorgt er daarentegen voor dat de belangen van de arbeiders en de bedienden niet onderworpen zijn aan de dictaten van de markt. In plaats van een bedrijf dat eigendom is van de mensen die er werken is een genationaliseerde onderneming eigendom van alle werknemers, van de maatschappij in haar geheel. Dit is een belangrijke les die we kunnen trekken uit de Argentijnse ervaring.
Luis Primo van het Freteco (het front van bezette bedrijven in Venezuela) was de volgende spreker. Luis was medeorganisator van de eerste en de tweede bijeenkomst en is een gekende vakbondsman van de UNT. Hij legde de nadruk op een van belangrijkste uitdagingen voor de arbeidersklasse in Venezuela en daarbuiten, namelijk de omvorming van het kapitalistische beheer van een onderneming naar een beheer door de werknemers zelf. Tot nu toe hebben arbeiders ervaring opgedaan met arbeiderscontrole, nu komt het er op aan echt zelfbeheer te leren. Werknemers moeten ook leren hoe ze het 'nationale' met het 'internationale' verbinden, stelde Luis.
Daarna was het de beurt aan een vertegenwoordiger van het recent genationaliseerde sardinebedrijf, La Gaviota. Pascuala had het over de moeilijkheden die zij en haar collega's hebben moeten trotseren bij de bezetting van hun onderneming. Door gebrek aan grondstoffen hadden ze het bijzonder hard in het begin. Vele arbeidsters lieten de moed zakken en verloren hun geloof in de bezetting. Uiteindelijk kwam de grondstof en herstartte de productie. "Als we verenigd blijven, kunnen we vooruit." Nu hebben ze ontdekt dat ze ook kunnen produceren onder arbeiderscontrole. "Wij kunnen zonder bazen werken. Het personeel beslist zelf hoe veel er moet worden geproduceerd en waar het naartoe moet gezonden worden. Nu doen we alles zelf en eten we sardines!" eindigde Pascuala.
Félix Martínez, algemeen secretaris van de vakbond van de 'Nieuwe Generatie van Mitsubishi Arbeiders' (SINGETRAM), gaf uitleg bij de brutale politierepressie die het leven kostte aan twee kameraden. "Voor Chavez aan de macht kwam, hadden de vakbonden helemaal geen steun." Militanten kregen rammel of werden neergeschoten. Chavez heeft de strijd van arbeiders in Venezuela een ruggensteun gegeven. Sinds de moord op twee arbeiders van Mitsubishi is de economische strijd een uitgesproken politieke strijd geworden. Deze strijd vraagt om ideologische waakzaamheid. "Nu we in contact zijn gekomen met de IMT,'' benadrukte Felix, "hebben we geleerd waakzaam te zijn over ideologische zaken. We gaan nu ons eigen vormingscentrum oprichten." Het belang van de uitwisseling van ervaring tussen arbeiders uit verschillende landen in de strijd voor het socialisme is hem ook niet ontgaan. We hebben vakbonden nodig waar er meer democratie is en leiders die vechten voor de belangen van de hele groep. Nog belangrijker, drong Felix aan, is het overdragen van de productiemiddelen naar de loontrekkende klasse. "Wij zijn een volwaardig deel van de ontwikkeling naar wereldwijd socialisme. Ik ben volledig overtuigd dat dit de collectieve weg vooruit is. Onze solidariteit is permanent."
Op de toespraak van Felix volgde een minuut stilte voor de vermoorde kameraden van Mitsubishi en alle slachtoffers van patronale repressie.
Jorge Paredes was de laatste spreker van de dag. Hij is de verkozen voorzitter van Inveval. Jorge onderstreepte het belang om het privé-bezit uit te schakelen en de staatsbureaucratie te bestrijden. Freteco, als overkoepelende organisatie van de bezette bedrijven, zal een belangrijke rol spelen in deze strijd.
De volgende dag was gewijd aan verschillende verslagen over de toestand van de arbeidersbeweging in verschillende landen. Vertegenwoordigers van Irak, Canada, Turkije en Paraguay namen er het woord.
Na die reeks internationale verslagen was het de beurt van Pablo Cormenzana, auteur van 'De Strijd voor Inveval', om uitvoerig in te gaan op de revolutie in Venezuela en de strijd van de bezette bedrijven. Centraal voor de arbeidersbeweging en de revolutie staat volgens Pablo de beweging van de bezette bedrijven. Spijtig genoeg kunnen de arbeiders niet rekenen op de steun van de staat voor de verdediging van hun belangen. Binnen de regering zijn er zelfs elementen die de belangen van de burgerij behartigen. Dit kwam duidelijk op de voorgrond rond Inveval. Dit bedrijf is een "microkosmos van de klassenstrijd". Vier jaar na de nationalisatie produceert het bedrijf nog steeds niet op volle toeren. De belangrijkste activiteit die er wordt ontplooid, is het herstellen van hogedrukkleppen. Dit is het gevolg van de sabotage door de bureaucratie. De bureaucratie blijft Inveval saboteren, ondanks het feit dat Chavez het project van Inveval als voorbeeld heeft gesteld, de nodige begroting ervoor heeft vrij gemaakt en de staalgieterij Acerven heeft onteigend (vitaal voor de productie van Inveval). Daarom is het noodzakelijk de internationale solidariteitscampagne op te voeren.
In de rest van de maatschappij worden de noden van de arbeiders ook niet beantwoord. De bureaucratie is nog steeds een grote bedreiging en een rem op de revolutie. De economische crisis, die ook Venezuela treft, maakt de toestand er nog gevaarlijker op. De arbeidersklasse moet de revolutie tot een goed einde brengen door zelf de macht te nemen. Vandaar het belang van de oprichting en de coördinatie van bedrijfsraden verspreid over het hele land.
Deze tweede dag eindigde met een debat over privé-bezit en maatschappelijk bezit, een levendig debat met talrijke tussenkomsten uit de zaak. Luis Primo zat deze discussie voor. Gerardo Xicotencatl, vakbondsman van Olympia, een bezet bedrijf dat zich in het middelpunt van de Mexicaanse klassenstrijd bevindt, gaf een panoramisch overzicht van de politieke en sociale toestand in het land. Bijzondere aandacht ging natuurlijk naar de strijd van Olympia.
De derde en laatste dag werd overheerst door een discussie over de repressie tegen de arbeidersbeweging in alle landen. Deelnemers gaven getuigenissen over de repressie in Argentinië, Brazilië en Venezuela. Josie uit Brazilië beschreef ook het lot van de studenten in haar land. Er werd eenstemmig afgesproken een internationale rechtbank op te richten die zich moet buigen over de criminalisering van de sociale beweging.
Een bijzondere solidariteitsresolutie met de massa's in Iran werd eveneens besproken en eensgezind goedgekeurd. Met deze veroordeelt de bijeenkomst het reactionaire islamitische regime en steunt het de revolutionaire beweging die hardhandig werd onderdrukt in de straten van Iran. De arbeiders van Latijns-Amerika bewijzen hiermee dat ze aandachtig de gebeurtenissen in Iran opvolgen en zich volledig solidair tonen met hun lotgenoten in dat land. Ook werd een andere resolutie voorgelegd die president Lula uit Brazilië vraagt Cipla en Interfibra terug in de handen van haar personeel te geven.
De balans van deze bijeenkomst is in zeer grote mate positief. Het was een voortzetting van de eerste vergadering in oktober 2005. Maar deze keer plaatst de internationale context de activiteit op een kwalitatief hoger vlak. Enerzijds omdat de deelnemende verenigingen en arbeiders erin waren geslaagd de activiteit zelf te organiseren en de financieren. Anderzijds omdat de economische crisis van het kapitalisme nieuwe lagen tot strijd noopt. Deze acties worden ook meer en meer strijdbaar. Vandaar het belang om deze bewegingen met elkaar te verbinden, de eenheid ervan na te streven en de organisatie op internationaal vlak waar te maken.
Als slotstuk van deze driedaagse werd de afspraak gemaakt om de derde bijeenkomst in Buenos Aires, Argentinië, te boeken. Deze keer willen we een echte internationale bijeenkomst die niet alleen landen uit Latijns-Amerika verenigt maar ook uit Europa, het Midden-Oosten, Azië en Afrika.